kerk en recht

De wankele basis van het rapport ‘Geroepen door Christus’

Ruim een week geleden werd het langverwachte ambtsrapport in de Protestantse Kerk in Nederland openbaar. Het kreeg de titel ‘Geroepen door Christus. Ambtstheologie voor de Protestantse Kerk in Nederland‘ mee. In deze blog wil ik enkele kanttekeningen plaatsen bij het voortraject. Binnenkort hoop ik op andere aspecten in te gaan.

12 juni 2021

Het is inmiddels al weer ruim een jaar geleden. Op 12 juni 2021 stond het rapport Geroepen en gezonden op de agenda van de generale synode. Dat leidde toen tot heftige discussies, met name met betrekking tot het voorstel om mensen de mogelijkheid te bieden predikant te worden zonder een volledige academische opleiding (dat wil zeggen: zonder de bestudering van Hebreeuws en Grieks op een redelijk niveau). Tevoren circuleerden al verschillende besluitvoorstellen. Ter synode vonden in aller ijl nog enkele cruciale bijstellingen plaats. Het gevolg was een mijns inziens warrig besluit. De synode overwoog dat het rapport een ‘heldere en overtuigende visie op het eigene van het geordineerde ambt en van de andere ambten biedt’. Dat keerde echter in het besluit zo expliciet niet terug. Sterker nog. Het aannemen van het rapport richtte zich op ‘met name’ deze drie punten: ‘a) dat het ambt voortkomt uit de missio Dei; b) [dat] er ruimte is om binnen het ene ambt van dienaar des Woords te differentiĆ«ren; c) dat samenwerking tussen de onderscheiden dienaren des Woords -en de gemeente, waar zij zijn verbonden- in enigerlei vorm noodzakelijk is wil een gemeente een “pastor” kunnen beroepen.’

11 september 2021

Bijna drie maanden later, op 11 september 2022 sprak de synode verder over de thematiek aan de hand van de Notitie vervolg rapport ambtsvisie Geroepen en gezonden. In een bijlage, namelijk bijlage II is de opdracht geformuleerd voor het rapport dat nu voorligt – vreemde plek trouwens voor zoiets belangrijks, een bijlage. Dat is in de uitwerking van de opdracht niet alleen een stuk specifieker maar ook wezenlijk anders dan het juni-besluit. Er moet een ambtstheologie geschreven worden ‘vanuit de Missio Dei [vgl. hierboven a)], onderscheid in kerkelijk ambt van dienaar des Woords (ordinatie) en gemeentelijke ambten [vgl. hierboven: daar niet aanwezig], differentiatie in het ambt van dienaar des Woords [vgl. hierboven onder b)]’. Het verschil met de focus en nuancering van 12 juni is groot. Er wordt op 11 september expliciet gesproken over ordinatie, waar dat op 12 juni zo niet het geval was. Blijkens de besluitenlijst aanvaardt de synode de notitie ‘met inachtneming van hetgeen ter vergadering is besproken’. Wat dat laatste precies betreft is niet duidelijk. Een geaccordeerd verslag van de vergadering is niet publiek beschikbaar.

Doorwerking

Het rapport Geroepen door Christus werkt in deze lijn verder (zie m.n. p. 8v). Het licht onder verwijzing naar de synodale besluitvorming van 12 juni 2021 twee aspecten uit het rapport Geroepen en gezonden: de missio Dei en het ambt van dienaar des Woords als geordineerd ambt. Dat eerste is in lijn met het synodale besluit van 12 juni. Bij het tweede punt is dat nog maar de vraag. De synode zelf heeft het in het besluit in ieder geval niet zo onderstreept. Het lijkt veeleer ingekleurd door de besluitvorming op 11 september, althans op de weergave van de opdracht in de Notitie vervolg rapport.

Is de wissel bewust genomen?

Mijn vraag is of de synode in de zomer van 2021 voldoende beseft heeft welke wissel ze zonder al teveel discussie genomen heeft met betrekking tot het zogenaamde geordineerde ambt. Toen ik navraag deed later in 2021 werd mij verzekerd dat slechts besluiten waren genomen over de noodzaak tot differentiatie van het predikantsambt. De stukken leren echter anders.

De synode had zich ook om kerkordelijke redenen diepgaand over de vraag moeten buigen of zij wel wenst te spreken van een geordineerd ambt in onderscheid van de andere ambten. De kerkordelijk grondleggende Romeinse artikelen wijzen een wezenlijk andere richting, namelijk een waarin de verschillende ambten veel dichter bijeen gehouden worden. De Romeinse artikelen kunnen niet zomaar, zonder enige discussie, terzijde worden geschoven. Ik attendeerde daar afgelopen najaar op in twee achtereenvolgende blogs (blog 1, blog 2). De synode heeft hier naar mijn overtuiging steken laten vallen.

Afgezien daarvan ben ik zelf ook ongelukkig met de scheiding die nu wordt aangebracht tussen het geordineerde ambt en de andere ambten. Ik acht een dergelijk scheiding – er is naar mijn stellige overtuiging meer aan de hand dan een onderscheiding – niet heilzaam voor de grote vragen waar ook de Protestantse Kerk in Nederland voor staat. Het is van belang daarbij het gezamenlijke van het ambt te benadrukken, niet het eventuele verschil.

Het rapport Geroepen door Christus kent een centrale plaats toe aan het geordineerde ambt. Gelukkig staat in het rapport ook veel waardevols waarvoor deze vooronderstelling niet aanvaard hoeft te worden.