Afgelopen week stond een toekomstbestendige bestuursstructuur op de agenda van de generale synode van de Protestantse Kerk. Het ‘piept en kraakt’ in een groeiend aantal gevallen. Voor een deel ontbreekt het over de gehele linie aan mensen die zich voor wat langere tijd aan een taak willen committeren. Nog sterker bestaat dit probleem waar het om ambtsdragers gaat. In deze blog wil ik een bestuursvorm aanreiken die met name aan dit laatste tegemoet komt.
Voor het reilen en zeilen van een kerkelijke gemeente, net als trouwens in principe bij elke organisatie, is goede leiding noodzakelijk. Dat spreekt eigenlijk vanzelf. Pas dan kan een gemeente vruchtbaar gemeente zijn en haar taken vervullen. Het PKN rapport Lichter ingevuld doet een handreiking voor wat een gemeente tenminste moet doen. Waar het gaat om vereisten die de samenleving stelt, gelden er eveneens bepaalde minima voor de zogenaamde vermogensrechtelijke aangelegenheden. Het beheer daarvan moet in orde zijn. Met enige regelmaat verschijnt in de pers het bericht dat de penningmeester van gemeente of parochie in een strafzaak wegens verduistering of vergelijkbare delicten veroordeeld wordt. Daar gaat op zich altijd al een drama achter schuil, zowel voor de betrokkene als de gemeenschap waar hij of zij deel van uitmaakt(e). De gevolgen kunnen echter verstrekkend zijn. Vertrouwen is geschaad. Mensen geven minder. Maar als het om meer gaat dan een eenmalig incident en ook andere zaken niet goed geregeld zijn, zou een gemeente haar ANBI-verklaring kunnen verliezen. Dat zou dan vervolgens ook zo z’n uitstraling kunnen hebben naar het geheel van het kerkgenootschap. Het breed moderamen van de classicale vergadering en het classicale college voor de behandeling van beheerszaken hebben verschillende bevoegdheden in hun bestuurlijke gereedschapskist om bij eventuele gebreken actie te ondernemen (zie met name Generale Regeling 12). Dit kunnen echter nooit meer dan tijdelijke interventies zijn. Voor de langere duur bieden ze geen soelaas. Wat dus te doen als een gemeente op de langere termijn geen mogelijkheden heeft voldoende kwaliteitswaarborgen te bieden? Ofwel, als de vermogensrechtelijke colleges het minimum aantal leden van drie telt, dan kunnen er niet meer het minimum van twee ouderlingen-niet-kerkrentmeester en twee diakenen gevonden worden.
In een dergelijk geval kunnen kleinere gemeenten drie opties overwegen. De eerste is dat de kerkenraad (van tenminste vier leden) en de vermogensrechtelijke colleges samenvallen (zie het al genoemde Lichter ingevuld). De tweede is dat gemeentes gaan samenwerken en bevoegdheden overdragen aan een samenwerkingsorgaan (ord. 2-7-4). In een dergelijk geval kan er bijvoorbeeld voor gekozen worden wel samen een college van diakenen te vormen, maar de colleges van kerkrentmeesters gescheiden te houden. De derde optie is fusie, maar met de gelijktijdige vorming van werkgroepen (vgl. ord. 4-9). Zo kan bijvoorbeeld per voormalige gemeente of kerkplaats een werkgroep worden ingesteld. Die behartigen dan het plaatselijke reilen en zeilen. Hoewel de specifieke bevoegdheid daarvoor ontbreekt, meen ik dat een dergelijke plaatselijke werkgroep ook commissies kan instellen (zie ook deze blog). De enige voorwaarde is dat tenminste een ambtsdrager lid is van de werkgroep. Natuurlijk zullen er daarnaast op centraal niveau voldoende mensen moeten zijn om de colleges van diakenen en kerkrentmeesters te vullen. Het totale beslag aan/op ambtsdragers is echter kleiner dan bij het minimum dat Lichter ingevuld aan de oorspronkelijke zelfstandige gemeenten zou stellen. Voorwaarde is natuurlijk wel dat er voldoende mensen zijn die dan weliswaar geen roeping voelen om ambtsdrager te worden, maar zich wel plaatselijk willen inzetten voor het kerkenwerk.
Kortom. Ik acht het zeker wenselijk en zelfs noodzakelijk dat de synode nadenkt over de wijze waarop de kerk bestuurd wordt en gaat worden. Op plaatselijk niveau is er echter op dit moment al veel mogelijk. Ambtsdragers zijn slechts in beperkte mate nodig. Wel zullen andere mensen nodig zijn die bereid zijn zich in te zetten, maar dat lijkt me voor het functioneren van welke gemeenschap dan ook het absolute minimum.