kerk en recht

De tweetallenprocedure bij ambtsdragersverkiezingen

De kerkorde kent twee procedures voor het verkiezen van ambtsdragers. De eerste is de reguliere en meestvoorkomende (ord. 3-6-2). De tweede is een alternatief, te gebruiken als de gemeente de kerkenraad daartoe machtigt middels de zogenaamde zesjaarlijkse stemming (ord. 3-6-3). Sinds de herziening van de kerkorde per 1 mei 2018 zijn de formuleringen ten opzichte van de kerkordeversie 2013 ingekort. Blijkens het bijbehorende synoderapport is het niet de bedoeling geweest inhoudelijke wijzigingen aan te brengen. Wie de regels goed wil begrijpen – en er komen nog wel eens vragen over bij mij binnen – kan dus welbeschouwd niet alleen de Nieuwe toelichting uit 2019 gebruiken, maar ook de kerkordelijke tekst uit 2013 en de daarbij behorende toelichting uit hetzelfde jaar.

Hoe werkt het? De kerkenraad heeft in de tweetallenprocedure een grotere invloed. Hij kan de aanbevelingen van de gemeente negeren, al doet hij er natuurlijk wel goed aan zich daar veel aan gelegen te laten liggen. De kans is anders niet denkbeeldig dat de gemeente op enig moment ingrijpt en de kerkenraad niet langer machtigt. Kern van de machtiging is dat de kerkenraad in alle gevallen bij vacatures bevoegd is zelf tweetallen te stellen – waaruit de gemeente vervolgens een keuze maakt. De kerkenraad kan dus andere mensen op tal stellen dan de gemeente aanbeveelt.

Als de kerkenraad, zoals voorgeschreven, de gemeente heeft uitgenodigd aanbevelingen in te dienen per vacature, heeft het per geval de volgende optie (behalve bij een ambtsdrager met bijzondere opdracht, als genoemd in ord. 3-6-3):

  • niemand heeft vijf of meer aanbevelingen: de kerkenraad kan zelf een kandidaat verkiezen (al lijkt daar geen reden toe als de gemeente door het aanleveren van een te beperkt aantal aanbevelingen met dezelfde namen doorgaans eigenlijk al aangeeft het graag aan de kerkenraad over te laten);
  • een persoon heeft vijf of meer aanbevelingen: de kerkenraad verkiest deze, of stelt zelf een tweetal, waartoe ook deze persoon kán behoren (als de kerkenraad geen actie onderneemt, dan is de betrokkene in daarmee in feite verkozen verklaard);
  • twee personen hebben vijf of meer aanbevelingen: de kerkenraad stelt zelf een tweetal op, waarbij hij ook een van deze beiden of beiden op tal kan plaatsen;
  • drie of meer personen hebben vijf of meer aanbevelingen: de kerkenraad laat de gemeente hieruit kiezen of stelt zelf een tweetal op (rekening houdend met de ingediende aanbevelingen); hier wijkt de formulering van de kerkorde 2018 m.i. af van die van 2013, waar ook in deze situatie een tweetal gesteld diende te worden)

Als iemand herverkiesbaar is (vgl. ord. 3-7), dan ligt het in beginsel voor de hand dat de kerkenraad dat bij de uitnodiging om aanbevelingen in te dienen voor de vacature bekend maakt. Als de gemeente dan nauwelijks of geen aanbevelingen indient, geeft ze daarmee stilzwijgend aan geen bezwaar te hebben tegen herverkiezing. De kerkenraad kan dan de eerstgenoemde optie gebruiken en overgaan tot verkiezing en benoeming. Volledigheidshalve noteer ik daarbij dat bij herverkiezing alleen een bezwaar kan worden ingediend tegen de gevolgde procedure.