kerk en recht

Kanttekening bij een handtekening

Een viertal predikanten ondersteunt met een digitaal pamflet het project ‘Kerk 2025’. Ze verlangen naar een kerk waarin het accent verlegt van vorm naar inhoud, waar volop gelegenheid is om te staan in de ruimte van de Geest. Ze zien dat gebeuren in de koers die het moderamen van de Generale Synode heeft uitgezet in het recent gepubliceerde rapport ‘Kerk 2025: waar een Woord is, is een weg‘. Ze vragen om een digitale handtekening voor hun actie.

Met dit viertal collega’s ben ik bijzonder blij dat dit rapport op tafel ligt. In de publiciteit rond het pamflet van de predikanten spraken sommigen nogal euforisch over minder vergaderen, minder regels, enzovoort. Ik denk dat er in dat opzicht te vroeg wordt gejuicht. Dat begint al met hetgeen collega Berkheij in een olijk getinte tweet stelt: ‘Ik ben bang dat over #Kerk2025, waarin we opgeroepen worden minder te vergaderen, ongelofelijk veel geschreven en vergaderd zal worden. #PKN’. Hij heeft waarschijnlijk gelijk, of beter: hij heeft ongetwijfeld gelijk. Maar met deze vergaderingen is het nog niet afgelopen. Gelukkig niet zelfs. En: voor de regelgeving zullen we meer nodig hebben dan een paar A4-tjes. Gelukkig maar. Ik noem in dit verband vijf zaken die makkelijk met nog een aantal uit te breiden zijn: kanttekening bij een handtekening.

  • Welke gestalte de kerk ook heeft, de gemeente, vormen van gemeenschap vormen de basis. De praktijk wijst uit dat om de gemeente in beweging te laten komen overleg nodig is, vergaderingen. Het is aardig als een paar mensen een initiatief nemen voor iets nieuws, om het breder gedragen te krijgen zullen mensen erbij betrokken moeten worden. In de gemeenteopbouw spreken we dan van de gezamenlijke trektocht. Nu is het vermoedelijk niet verkeerd dat we ons niet al te zeer fixeren op de bestaande gemeenschap en ruimte maken voor het nieuwe initiatief. Maar zonder enigszins gecoördineerde organisatie en de daarmee gegeven tijdsinvestering zullen die niet van de grond komen en zeker niet kunnen uitgroeien.
  • Mopperen op regels is ‘in’. We hebben er in onze samenleving ook wel erg veel van. We kunnen vast met minder toe. Ik ben ervan overtuigd dat dat ook de Protestantse Kerk geldt. De kerkorde is te ingewikkeld. De kerkelijke organisatie te gecompliceerd. Maar idealiter maken regels het niet moeilijker maar makkelijker. De kerkdiensten in de Protestantse Kerk verlopen volgens min of meer vaste stramienen. Elke predikant die wel eens met een jongerengroep aan de slag is gegaan om het een keer echt anders te doen, weet dat dat heel veel tijd kost. De uitkomst is bovendien vaak nog niet eens zo heel spectaculair, in ieder geval niet wat betreft de volgorde van de verschillende elementen. Het zal nog een hele klus worden om tot een goede balans te komen tussen de regels die de landelijke kerk stelt en de door de plaatselijke gemeenten gewenste vrijheid. Veel ruimte voor de plaatselijke gemeente zal onherroepelijk betekenen dat er veel vergaderd moet worden om de juiste vorm te vinden. Er zal meer ruimte zijn voor misverstanden en daarmee voor conflict. Enzovoort.
  • De kerk verkeert niet in een vacuüm. De samenleving stelt ook zo haar eisen. Zo vereist de ANBI-status waardoor giften onder bepaalde voorwaarden deels voor de belasting aftrekbaar zijn een gedegen en transparante organisatie waardoor giften gegarandeerd goed terecht komen.
  • Datzelfde geldt voor de kerkelijke rechtspraak in welke vorm dan ook. Willen uitspraken het houden voor de burgerlijke rechter, dan dient aan een reeks van onder meer processuele voorwaarden te worden voldaan. Geven we die op, dan komen kerkelijke zaken eerder voor een neutrale burgerlijke rechter. Dat lijkt me in een sterk geseculariseerde samenleving niet gewenst.
  • Verder ontkomt de kerk niet aan haar verantwoordelijkheid als goede, betrouwbare partner en/of werkgever. Ook dat vereist een stevige set regels.

Kortom. Laten we vooral niet onderschatten wat er in de kerk aan cultuuromslag nodig is. Het zal om veel meer moeten gaan dan het schrappen van een paar vergaderingen en wat overtollige regels. Veel aandacht gaat nu uit naar beheersmatige aspecten zoals het onderhoud van het gebouw, een collecterooster en de inrichting van het pastoraat: allerlei dingen waarvan we menen dat ze moeten en op een bepaalde manier horen. De vraag zal eigenlijk iedere bijeenkomst opnieuw moeten zijn: wat vraagt de Heer vandaag van ons op de plaats waar we leven.

P.S. Deze blog is in min (ND) of meer (CW en FD) bewerkte vorm geplaatst in het ND van za. 17 oktober 2015, CW van vr. 30 oktober 2015 en Friesch Dagblad van 10 november 2015.