Met enige regelmaat krijg ik op internet of anderszins stukjes onder ogen waarin een predikant als ‘interim’ wordt gepresenteerd – of zichzelf als zodanig afficheert – maar dat helemaal niet is. Bedoeld wordt nogal eens: tijdelijk. Maar soms is de pretentie groter, gaat het inderdaad om interimwerk maar ontbreken daarvoor de kwalificaties.
Gekwalificeerd
Wat is een interimpredikant? De kerkorde blijft op deze vraag het antwoord schuldig. De website van de PKN biedt meer info over de interimpredikant in een documentje van 2 A4-tjes. Dit document definieert de interimpredikant als volgt: ‘Interim-predikanten zijn gespecialiseerd in gemeenteopbouw. Ze geven tijdelijke ondersteuning aan kerkelijke gemeenten die te maken hebben met verandering, crisis of conflicten. De duur van deze ondersteuning kan variëren van enkele maanden tot maximaal twee jaar.’ Uit het vervolg wordt duidelijk dat een interimpredikant wat extra’s in huis heeft: hij heeft ‘een tweejarige opleiding tot interim-predikant gevolgd of anderszins deze competenties verworven.’ De landelijke dienstenorganisatie van de PKN heeft een aantal interimpredikanten in dienst die op verzoek gedetacheerd kunnen worden naar een (wijk)gemeente. Soms komt de vraag uit de gemeente zelf, soms bevelen kerkvisitatoren het aantrekken van een interimmer aan of doet een vertrekkende predikant een suggestie in die richting. Uiteindelijk staat echter voorop dat de (wijk)gemeente – of althans haar kerkenraad – het moet willen. Het landelijke Mobiliteitsbureau bemiddelt de interimpredikanten in de landelijke dienst. Niet altijd is er iemand beschikbaar. Daarom put het Mobiliteitsbureau tevens uit de groep Interimpredikanten In Between, een groep hiertoe gekwalificeerde predikanten binnen de Bond van Nederlandse Predikanten. Het is daarom niet verstandig een tijdelijk predikant interimmer te noemen, behalve als die behoort tot deze aparte groep tijdelijke predikanten en interimwerk verricht.
Rollen
Wat doet een interimpredikant? Ook daarover verschaft het aangehaalde document helderheid. Er worden vier rollen onderscheiden. De eerste is die van overbrugger. Soms is er in een vacaturetijd net iets meer nodig dan een consulent of een ander die het lopende werk doet. In het algemeen kan deze rol ook goed worden vervuld door een gemeentepredikant of kerkelijk werker met ervaring. Een gekwalificeerde interimmer is voor situaties als deze meestal niet nodig. Een predikant of kerkelijk werker in tijdelijke dienst volstaat. Dat ligt wezenlijk anders bij de drie overige rollen. De volgende is die van de rouwbegeleider, ingezet bij een gemeente die na lange tijd afscheid moet nemen van een predikant of een situatie – denk bij het laatste bijvoorbeeld aan het sluiten van een kerkgebouw, het opheffen van wijken, enzovoort. De rouwbegeleider helpt ruimte scheppen voor iets nieuws. In het verlengde daarvan ligt de beleidsbegeleider. Die stimuleert de ontwikkeling van nieuw beleid. Tot slot is er de rol van crisisbegeleider. Gemeenten komen soms in heftige situaties terecht waar ze zelf niet goed weg mee weten. Vertrouwen moet herwonnen worden. De vier rollen kunnen lang niet altijd even scherp onderscheiden worden. In alle gevallen is de (wijk)gemeente overigens ‘in control’. De interimpredikant sluit een contract met de (wijk)gemeente waarin beschreven staat welke werkzaamheden verricht moeten worden en welke doelen daarbij voor ogen staan.
Tijdelijk
Een belangrijke basisregel is dat een interimpredikant tijdelijk is en in principe geen – of in ieder geval niet direct aansluitend een – beroep aanneemt naar de (wijk)gemeente waar hij of zij werkzaam is geweest. Alleen op deze manier kan de interimpredikant vrij zijn werk doen, zonder dat hij zichzelf in beeld speelt als de nieuwe predikant, of anderen ook zelfs maar het idee hebben dat hij dat doet. Een interimpredikant moet namelijk soms lastige beslissingen voorstellen, harde woorden kunnen spreken. Hij mag nooit in de verleiding komen zijn toon te matigen vanwege andere persoonlijke belangen. Om de tijdelijkheid te onderstrepen is er een maximum gesteld aan de inzet: twee jaar. Een heel enkele keer kan langer nodig zijn, maar de bedoeling is steeds dat de gemeente zélf verder gaat. Langere aanwezigheid zou dat in de weg kunnen staan, ook omdat gestaag een bepaalde afhankelijkheid van de kan groeien. Daarom: niet elke tijdelijke predikant is interim, maar elke interimpredikant is tijdelijk.
Wie meer wil weten over het interimpredikantschap kan terecht in R. Brouwer & J. van Ark & J. Oortgiesen (red.), Voorganger als voorbijganger. Het interim-predikantschap van de toekomst (Zoetermeer: Boekencentrum 2013).
Klik hier voor mijn blog over de meer specifieke vraag of een interimpredikant consulent kan zijn.
N.B. Ik heb de opleiding tot interimpredikant met goed gevolg afgesloten en ben lid van In Between.