De titel bisschop is niet in ‘Kerk 2025: Waar een Woord is, is een weg’ te vinden, maar hij wordt er wel ingelezen. De gedachte is dat in de Protestantse Kerk de 74 classes vervangen worden door 8 regionale classes. De voorzitter van de regionale classis moet daarvan ‘het persoonlijk gezicht’ worden (p. 17). Hij heeft ‘een herderlijke opdracht’, is een ‘pastor pastorum’. Nadrukkelijk wordt ook de mogelijkheid van een andere titel open gehouden, als die maar het herderlijke karakter van het werk uitdrukt. Zo vreemd is het vervolgens niet als mensen dan aan een bisschop denken. Dat is eigenlijk de enige kerkelijke figuur met een vergelijkbare positie en functie die bredere bekendheid geniet. De kans is niet denkbeeldig dat zelfs al zou de Protestantse Kerk de voorzitter van de regionale classis geen bisschop gaat noemen, de buitenwereld dat wel zal gaan doen. Toch wil ik in deze blog een suggestie doen in een andere richting.
Positie en taken
De voorzitter – zo wil ik hem voorlopig toch maar even blijven noemen – van de regionale classis is voorzitter van het dagelijks bestuur van die classis, het moderamen. Zij of hij (verder: hij) is daarmee hooguit een primus inter pares, een eerste onder gelijken. Dat wordt hij overigens bijna vanzelf, omdat hij als enige voor zijn werk vrijgesteld is. Zoals dat in de kerk gaat, is zijn aanstelling getermineerd. Dat is een goede zaak. Al te grote machtsconcentraties worden zo voorkomen. Tevens kan op deze wijze de regionale classis op gepaste wijze toezien op het functioneren van haar voorzitter. De ideale terminering hangt af van de afweging tussen onder meer ervaring en continuïteit enerzijds en ruimte voor vernieuwing anderzijds. Het zal bij de voorzitter net zo gaan als bij gemeentepredikanten: de een mag hem, de ander ziet hem liever nog vandaag gaan, met een kleurig palet aan standpunten daartussen in. Ik vermoed dat het net als bij gemeentepredikanten maximaal 12 jaar gaat worden. Dat lijkt me vrij lang, zeker als zaken niet zo soepel lopen. Net als elders in het maatschappelijk leven stuur je zo iemand die gekozen is niet zo gauw weg. Dan moet het echt wel heel grof mis gaan. Ik zou daarom kiezen voor een tussenvorm. Standaard is 7 of 8 jaar. Enig automatisme bij een herverkiezing moet voorkomen worden. Alleen bij duidelijk gebleken kwaliteiten volgt een tweede periode van 5 of 4 jaar (met in totaal 12 jaar).
Nadrukkelijk wordt gezegd: het is geen ‘regelbaas’. Als het woord ‘baas’ moet worden gebruikt is het woord ‘overlegbaas’ beter op zijn plaats. In het beoogde taken pakket staat overleg centraal. Sterker nog: in verreweg de meeste gevallen heeft hij geen zelfstandige bevoegdheid. Ik neem tenminste aan dat Kerk 2025 in dit opzicht zorgvuldig geformuleerd is. In nader te omschrijven conflictsituaties heeft de voorzitter de bevoegdheid tot ingrijpen in overleg met het moderamen van de regionale classis. Dan moet het moderamen het in meerderheid met hem eens zijn. Hij mag evenwel na overleg met de visitator in het moderamen buitengewone visitatie inschakelen. Dan is consensus dus niet nodig. Het gevolg heeft dan ook een wezenlijk ander karakter, is in eerste instantie minder vergaand dan direct ingrijpen in een conflict. Datzelfde geldt voor het inschakelen van professionele hulp, zowel van individuen als commissies. Gezag zal hierbij een sleutelwoord zijn (p. 18, vgl. ook p. 19). Het opleggen van dit type hulp werkt zelden als iemand of een kerkelijk lichaam daar niet van gediend is.
Impliciet wordt uit het voorgaande al duidelijk dat ik instem met een meer geprononceerde figuur als die van de voorzitter van de regionale classis. De huidige colleges werken om heel begrijpelijke redenen nogal eens te traag. Directe persoonlijke betrokkenheid van een of enkele mensen kan daar de gewenste verandering in brengen.
Bisschop?
Wie het hiervoor kort omschreven takenpakket bekijkt, komt tot de conclusie dat het leiding geven van de voorzitter een duidelijk pastorale kleur heeft. Hij heeft nauwelijks absolute macht. Dat is wezenlijk anders in kerken die een bisschop hebben, al kan dat per kerkgenootschap sterk verschillen. In de Oud-Katholieke Kerk bijvoorbeeld heeft het bisschoppelijk bestuur een sterk collegiaal accent. In de Rooms-Katholieke Kerk daarentegen wordt met recht van hiërarchie gesproken, al lijkt de huidige paus al te duidelijke hiërarchische aspiraties af te wijzen. De hedendaagse beeldvorming bij het begrip bisschop is sterk beïnvloed door de Rooms-Katholieke Kerk en is verbonden met een autoritaire manier van leiding geven. Natuurlijk, er zijn ook andere voorbeelden. Denk in ons land aan bisschop De Korte van Leeuwarden-Groningen of in de Anglicaanse wereld aan Desmond Tutu in Zuid-Afrika. Een bisschop is echter niet op voorhand een figuur die op sympathiek kan rekenen.
Moderator
Ik zou willen opteren voor het begrip moderator. Ik heb daarvoor de volgende argumenten. De eerste is dat dit begrip dicht aan ligt tegen een bekende termijn uit het bestuur van de Protestantse Kerk, het moderamen. De oorspronkelijke betekenis daarvan is stuur of roer. De moderator komt daar als het ware uit op. Van origine betekent dat zoiets als beteugelaar. Meer specifiek heeft het begrip zich ontwikkeld tot regelaar, bestuurder, leider. Ik zou van beide wat willen hebben. Een moderator in de kerk is iemand die beteugelt, met name waar het problemen en meer in het bijzonder conflicten betreft. Tegelijk is een moderator iemand die leiding geeft, perspectief biedt, enthousiasmeert.
Een tweede argument voor is, dat de moderator ook elders is ingevoerd. Ik denk dan aan de United Reformed Church in Groot-Brittanië, een kerk die is voortgekomen uit onder meer presbyterianen en congregationalisten. Daarnaast valt ook de Reformierte Bund in Deutschland te noemen. Zeker in de United Reformed Church lijken de taken van de moderator sterk op die van de voorzitter van de regionale classis in Kerk 2025.
Een derde argument is dat de Protestantse Kerk het begrip moderator ook nu al hanteert. In een in het Engels gesteld persbericht wordt wereldkundig gemaakt dat Karin van den Broeke ‘moderator’ van de synode van de Protestantse Kerk geworden is. We krijgen straks meer van dit soort moderatoren, voorzitters, zij het met enkele extra bevoegdheden.
Het is niet moeilijk bezwaren te bedenken. Denk aan de oecumene, waar de bisschop een vrij algemeen aanvaarde figuur is. In dat verband zou ik dan willen wijzen op de zojuist genoemde voorbeelden uit het buitenland. Ook de Bijbelse oorsprong van de bisschop zou ik willen relativeren. Niet voor niets heeft de calvinistische traditie van de episkopos de ouderling gemaakt. Juist waar de Protestantse Kerk in de toekomst sterk wil inzetten bij de plaatselijke gemeente, zal het ambt van de ouderling een centrale positie moeten innemen. Voor zover dat niet, nog niet of niet meer het geval is, zou de Protestantse Kerk wat mij betreft vooral op deze plaatselijke ‘bisschop’ moeten inzetten.