kerk en recht

Gastblog: ‘”Gemeente en gemeenschap”, het duo van de kerk 2025’

De studenten kerkrecht in Amsterdam kregen de opdracht een werkstukje te schrijven naar aanleiding van de ecclesiologische en kerkrechtelijke aspecten van Kerk 2025. Een aantal van hen heeft op mijn verzoek van hun werkstuk een samenvatting gemaakt voor deze blog. Zij zijn persoonlijk verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op hun bijdrage. Eventuele vragen of opmerkingen zal ik aan hen doorsturen. De derde dit jaar is van de hand van Willem Nijsse.

 

‘Gemeente en gemeenschap’, het duo van de kerk 2025

 

Zoals zij dat altijd al deed, verandert ook nu de wereld en dat maakt dat ook vormen en structuren van kerk-zijn veranderen. In de huidige tijd waarin veranderingen snel gaan is het belangrijk dat de kerk zich bezint op vormen van kerk die passen bij de manier waarop mensen zich vandaag de dag verbinden aan een gemeenschap. Een van de vormen die op moment groeit is de aloude vorm van de christelijke leefgemeenschap. Christenen die ervoor kiezen om bij elkaar te gaan wonen en op basis van een gezamenlijke visie samen activiteiten ondernemen. Met het oog op het groeiend aantal leefgemeenschappen zal de PKN moeten nadenken over de vraag hoe zij zich tot deze leefgemeenschappen verhoudt.

En belangrijke vraag daarbij is: Zijn leefgemeenschappen vormen van kerk? Ik zou zeggen van wel. Een van de meest centrale aspecten van kerk is gemeenschap (koinonia). Gemeenschap met God, gemeenschap met medegelovigen en gemeenschap met de wereld. Waar deze christelijke gemeenschap bestaat hebben we te maken met kerk. Juist in christelijke leefgemeenschappen komen we dit tegen. Ze zijn dan ook vormen van kerk.

De relatie tussen de PKN en leefgemeenschappen staat maar nauwelijks op de agenda van de PKN. Volgens de kerkorde van de PKN bestaan er alleen lokale kerkelijke gemeenten die worden geleid door een kerkenraad en passen binnen de bestuurslagen van de PKN. Andere vormen van christelijke gemeenschap kunnen alleen deel zijn van de PKN als ze zich voegen onder het gezag van een naburige kerkenraad. Ik ben kritisch op deze ecclesiologie omdat ze wat mij betreft niet onderkent dat er ook andersoortige legitieme vormen van kerk zijn dan de kerkelijke gemeenten. Voor de PKN van de toekomst lijkt het me belangrijk om openheid te hebben voor deze alternatieve vormen van kerk. Op het niveau van de kerkorde is er daarom nieuwe regelgeving nodig die openheid geeft voor leefgemeenschappen om deel te zijn van de PKN.

Vanuit het perspectief van leefgemeenschappen zelf is er ook behoefte aan een positieve relatie met een groter verband als de PKN. Ik sprak met Rosaliene Israël. Zij doet aan de PThU onderzoek naar leefgemeenschappen, is zelf kernbewoner van leefgemeenschap Oudezijds100 en is in de Protestantse Kerk Amsterdam dominee voor Amsterdamse leefgemeenschappen. Leefgemeenschappen hebben er volgens haar behoefte aan dat de PKN hun vorm van christelijke gemeenschap erkent als kerk. Leefgemeenschappen zouden erbij gebaat zijn als de PKN predikanten beschikbaar stelde voor leefgemeenschappen. Ook hebben de gemeenschappen behoefte aan herderlijk opzicht en visitatie. Door aan te sluiten bij een landelijk orgaan als de PKN kunnen leefgemeenschappen betrokken raken in een groter netwerk met andere gemeenschappen. Leefgemeenschappen hebben dus behoefte aan verbinding met de PKN.

De vraag is daarom welke regelgeving de PKN nodig heeft om een positieve relatie aan te kunnen gaan met leefgemeenschappen. Een bron van inspiratie hiervoor zou het katholieke kerkrecht kunnen zijn. In het katholieke kerkrecht wordt al 1500 jaar regelgeving geboden voor de relatie tussen kerkelijke gemeenten en christelijk leefgemeenschappen, die in de Codex van het Canonieke recht religieuze verbanden worden genoemd. In het katholieke kerkrecht hebben de religieuze verbanden statutaire autonomie gekregen. Dat betekent dat zij voor de interne gang van zaken zelf regels mogen ontwikkelen. In de Codex staat alleen een kaderwetgeving, die bepaalt aan welke criteria een religieus verband moet voldoen om deel te zijn van de Katholieke kerk. De Codex schept een theologisch en juridisch kader waarbinnen religieuze verbanden deel kunnen zijn van de Katholieke kerk.

Voor de kerkorde van de PKN lijkt het vormen van een dergelijke kaderwetgeving mij een begaanbare weg. Enerzijds kunnen leefgemeenschappen middels een statutaire autonomie zelfstandigheid behouden. Ze kunnen afstand bewaren tot het institutionele aspect van de PKN met haar bestuurslagen. Leefgemeenschappen hoeven daar geen deel van te worden. Anderzijds kunnen ze wel verbonden zijn met de PKN. Zo kunnen ze de PKN nieuwe energie en inspiratie geven en kunnen ze zelf gesteund worden door een landelijk verband.

Het vormen van nieuwe regelgeving in de kerkorde is niet eenvoudig. In deze blog kan ik alleen op hoofdlijnen weergeven hoe het vormgegeven zou kunnen worden. Voor een exacte inbedding zal  nader onderzoek nodig zijn. Het lijkt mij een begaanbare weg om in de kerkorde ordinantie 2 uit te breiden en te hernoemen naar: De gemeenten en gemeenschappen. Op deze manier worden de aloude dualiteit van gemeente en gemeenschap in de kerk erkend. In deze ordinantie 2 zouden dan artikelen opgenomen moeten worden die gaan over leefgemeenschappen. Daar zouden dan de volgende elementen een plaats moeten krijgen:

  • De erkenning van leefgemeenschappen als vorm van kerk.
  • De bekrachtiging van de statutaire autonomie van leefgemeenschappen.
  • De theologische en juridische criteria waar een leefgemeenschap aan moet voldoen om verbonden te zijn met de PKN.
  • De stappen die moeten worden gezet om een formele verbinding van de leefgemeenschap met de PKN te constitueren.

Wat betreft predikanten die speciaal aangesteld worden voor leefgemeenschappen lijkt de kerkorde genoeg ruimte te bieden door het concept ‘predikant met een bijzondere opdracht’. Ook wat betreft het opzicht zouden leefgemeenschappen ingebed kunnen worden in de bestaande structuur van de PKN. Hiervoor lijkt nieuwe regelgeving niet per se nodig.

Al met al ligt er hier een taak voor de generale synode van de PKN. Door zich te verbinden met christelijke leefgemeenschappen zal de PKN van de toekomst meer aansluiting vinden bij nieuwe en alternatieve vormen van kerk. Dit zal haar helpen om toekomstbestendig en bij de tijd te blijven.